In het project POLDER wordt een instrument ontwikkeld om de oudere nierpatiënt volledig in beeld te krijgen. Door een ‘geriatrisch assessment’ uit te voeren, kunnen zorgverleners in kaart brengen hoe het dagelijks leven van de patiënt er uitziet. Wat zijn de kwetsbaarheden van de persoon, hoe functioneert hij zowel fysiek als psychisch? Het doel: zorg en behandeling op maat voor de oudere nierpatiënt. Internist-nefroloog Marjolijn van Buren (foto) is één van de initiatiefnemers en kartrekkers van het project. Op termijn moet het uitmonden in een landelijk Consortium Nefrogeriatrie.
POLDER staat voor Pathway for OLder patients reaching End stage Renal disease. Het is een van vele lopende projecten die zich richten op oudere nierpatiënten. En dat is niet voor niets, want zij nemen jaarlijks in aantal toe. Veel van deze mensen hebben behalve ernstig nierfalen ook andere beperkingen en kwetsbaarheden. Ze vallen bijvoorbeeld vaker, denken trager, worden vergeetachtig en hun mobiliteit neemt af. Voor de artsen en verpleegkundigen is het belangrijk om dit te weten. Zij hebben die informatie nodig om samen met de patiënt de juiste beslissingen te kunnen nemen over de behandeling.
Marjolijn van Buren kwam op het idee voor het POLDER-project toen ze in 2012 in een debat de stelling moest verdedigen dat het voor mensen boven de tachtig geen meerwaarde oplevert om te starten met dialyse. Dit bleek later ook uit onderzoek van het Sint Antonius Ziekenhuis (Verberne e.a., 2016). Van Buren: ‘Ik besefte toen dat we daar nog te weinig van wisten. De tijd is rijp voor meer onderzoek. Misschien moet de zorg voor oudere patiënten wel anders dan we tot nu toe hebben geleerd en gedaan. Medisch weten wij heel veel over onze patiënten, maar er is behoefte aan een breder beeld. Al in de predialyse willen we kunnen voorspellen welke behandeling het beste past bij bepaalde kenmerken van een patiënt. Om achter die kenmerken te komen, gaan we een praktisch en eenvoudig assessment ontwerpen dat professionals in maximaal een uur kunnen afnemen bij een patiënt. We denken nu aan een frequentie van eens per jaar maar als dat te belastend blijkt, moet het misschien minder worden. Daar denken we over na.’
Wat is de planning van het project?
‘We zijn nu bezig met de voorbereidingen. Daar hoort het opzetten van de infrastructuur voor het project bij en de ontwikkeling van een database. We doen ook onderzoek naar mogelijke testsets, daar betrekken we via focusinterviews ook patiënten en professionals bij. Het is de bedoeling dat we in maart 2018 starten met het includeren van patiënten. Dat zullen er ongeveer 200 worden, verspreid over tien tot twaalf ziekenhuizen, zowel academische als perifere centra. Eind 2019 verwachten we de eindresultaten.’
Wat betekent dit voor de centra?
‘Medewerkers van de centra moeten getraind worden om de test af te nemen, dat kost tijd. Verder moeten de centra dit gaan integreren in hun predialysetraject. Daar is het ene ziekenhuis beter op voorbereid dan het andere. En dan moeten de gegevens natuurlijk ingevoerd worden in de database, maar we hopen dat te kunnen koppelen aan de bestaande registratie Renine. Ja, het is even wat meer werk maar het gaat natuurlijk niet meteen om honderden patiënten. Het valt of staat met de motivatie van het team. Ik hoop dat mensen het kunnen zien als een investering in betere zorg voor hun oudere patiënten. Want dat is het wel. Bovendien leidt het landelijk tot meer inzicht in de specifieke problemen van de oudere patiënt met nierfalen.’
Wat is de rol van Nefrovisie?
‘Nefrovisie is hét kwaliteitsinstituut in de nefrologie. Zij hebben een totaaloverzicht over het nefrologisch beleid in Nederland en kunnen de verschillende lopende initiatieven met elkaar verbinden. Zo wil POLDER ook aansluiten bij de PROMs en de uitkomstindicatoren van ICHOM. Een belangrijke rol voor Nefrovisie ligt bovendien in het opzetten van de database en de koppeling met Renine.’
Wat zie je als succes- en faalfactoren?
‘Een potentieel struikelblok is de implementatie in de dagelijkse praktijk. Het is nog niet gebruikelijk om een assessment zoals dit uit te voeren in de predialysefase. Bovendien worden mensen ook een beetje testjes- en lijstjesmoe. Maar het mooie is dat dit een landelijk initiatief is om enerzijds de patiëntenzorg te verbeteren en anderzijds meer zicht te krijgen op de kwetsbaarheden van de oudere nierpatiënt. Goed vormgegeven conservatieve zorg, dus palliatief behandelen, staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Het gaat dus voor een deel ook om een cultuuromslag. Verder hoop ik echt dat dit een stap is op weg naar een landelijk Consortium Nefrogeriatrie waarin alle onderzoeken en kwaliteitsinitiatieven rond de oudere patiënt samenkomen. Dat maakt gericht en samenhangend beleid mogelijk.’
Interview: Afke Hielkema