Jaarrapportage Renine 2015

Het aantal patiënten met een vorm van chronische nierfunctievervangende therapie wordt elk jaar hoger. Op 31 december 2015 waren er 10.273 patiënten met een functionerende donornier, 6.451 patiënten werden behandeld met chronische dialyse. Deze bevinding staat beschreven in de recent verschenen Jaarrapportage Renine 2015. In samenwerking met de Nederlandse Federatie voor Nefrologie (NFN) geeft Nefrovisie in de rapportage inzicht in diverse aspecten van nierfunctievervangende therapieën in Nederland. De situatie in 2015 wordt beschreven, evenals waargenomen trends. Alle dialysecentra in Nederland hebben data aangeleverd aan Renine. Gegevens over niertransplantaties zijn afkomstig van de Nederlandse Transplantatie Stichting.

Opvallende bevindingen

Een gunstige ontwikkeling is dat de instroom van nieuwe patiënten lijkt te stabiliseren. Deze tendens is niet alleen waarneembaar voor de totale patiëntenpopulatie maar ook voor subgroepen patiënten met diabetes en hypertensie als achterliggende oorzaak van het nierfalen. Met de beschikbare gegevens kunnen we geen ‘harde’ oorzaken benoemen, maar mogelijk liggen verbeteringen in de preventieve nierzorg ten grondslag aan de stabilisatie van de instroom.

Over de jaren is het aandeel thuisdialyse gedaald. Op 31 december 2015 werd 18% van de dialysepatiënten behandeld met peritoneale dialyse of thuishemodialyse. In 2010 was dit nog 21%. De instroom van nieuwe patiënten met thuisdialyse laat echter wel een stijging zien. Strikt genomen kunnen niertransplantaties ook worden beschouwd als een vorm van thuisbehandeling. Dit in ogenschouw nemend kunnen we concluderen dat thuisbehandeling de laatste 15 jaar aanzienlijk is toegenomen.

Een andere bevinding is dat de overleving van patiënten op nierfunctievervangende therapie door de jaren heen verbeterd is. Dit geldt zowel voor niertransplantaties als voor dialyse. Sterke conclusies zijn ook hier niet mogelijk, aangezien we in de analyse slechts voor een beperkt aantal factoren hebben kunnen corrigeren.

Rapportage wordt nog beter

De jaarrapportage Renine wordt nu voor het tweede jaar op rij uitgebracht. De rapportage gaat over statistische analyses uitgevoerd op de gegevens in Renine over het jaar 2015. U zult denken: “2015? Het is nu 2017”. Dit komt doordat de centra gedurende het jaar gegevens aanleveren voor Renine. Na afronding van het jaar wordt door de centra zelf gecontroleerd wat men heeft aangeleverd. Pas wanneer dit door alle centra gedaan is gaan wij van start met het maken van de jaarrapportage. De gegevens over het jaar 2016 zijn nu nog niet definitief. Zodra deze beschikbaar zijn, beginnen wij met de jaarrapportage over de gegevens van 2016.

Nefrovisie heeft de ambitie om de komende jaren de jaarrapportage verder te verbeteren, om optimaal tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van verschillende belanghebbende partijen. In de huidige rapportage hebben we al een aantal belangrijke stappen gezet. Ten opzichte van 2014 is de rapportage uitgebreider. Zo geven we meer inzicht in patiëntoverleving en overlijdensoorzaken. Ook is er meer aandacht voor klinische parameters zoals vaattoegang bij hemodialyse. De klinische gegevens werden in 2015 nog op vrijwillige basis aangeleverd en deze gegevens zijn dan ook slechts van een beperkt aantal centra beschikbaar. Met ingang van 2016 is het voor de centra verplicht om deze gegevens aan te leveren. In volgende rapportages zullen dan ook zinvollere analyses van de gegevens mogelijk zijn. De registratie zal verder worden uitgebreid met gegevens over bijkomende ziekten en de predialyse-periode. Dit zal in de toekomst in belangrijke mate bijdragen aan de duiding van ontwikkelingen in nierfunctievervangende therapieën in Nederland.

Versie voor patiënten

Om internationale vergelijkingen mogelijk te maken is de jaarrapportage in het Engels gepubliceerd. In samenwerking met de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) wordt gewerkt aan een Nederlandstalige versie van de rapportage voor patiënten.

De volledige rapportage is hier te vinden.

Voor vragen of nadere informatie kunt u e-mailen naar Tiny Hoekstra.