Wouter Fagel is geen voorzitter meer van de Plenaire Visitatiecommissie (PVC). Na bijna tien jaar lidmaatschap, waarvan de laatste drie jaar als voorzitter, heeft hij het stokje overgedragen aan collega-nefroloog Stijn Konings. De scheidend voorzitter legt graag nog eens uit hoe de PVC werkt. En waarom de combinatie van visitatie en certificering ‘een gouden greep’ is.
“In de jaren dat ik werkzaam ben als nefroloog, heb ik de dialysezorg volwassen zien worden. Mijn voorganger – dan spreken we over 25 jaar geleden – werkte nog niet eens met een papieren status. Alles zat in zijn hoofd, zei hij. Anno 2016 zijn alle dialysecentra gecertificeerd volgens breed gedragen normen. Het resultaat is dat patiënten overal in Nederland dialysezorg van dezelfde hoge en gestandaardiseerde kwaliteit krijgen. Als enige sector in de gezondheidszorg hebben wij bovendien een systeem waarin certificering wordt gecombineerd met visitatie vanuit de beroepsgroepen.”
Als alle centra gecertificeerd zijn, wat is dan nog de meerwaarde van het certificaat?
“Vergis je niet, een centrum moet echt goed zijn best doen om dat certificaat te halen en te houden. We moeten voortdurend alert zijn: doen we het goed, hebben we de risico’s in beeld, hoe kan het beter? Dat houdt ons bij de les. En omdat de certificatie gecombineerd is met visitatie, leren we als professionals ook nog eens veel van elkaar. Ik kan het iedereen aanraden om visitator te worden, het is één van de leukste en meest leerzame dingen die je in nefrologisch Nederland kunt doen. Er is dan ook veel animo om lid van de PVC te worden.”
Is het certificaat eigenlijk verplicht voor de dialysecentra?
“Strikt wettelijk gezien niet, maar het is wel zo dat de verzekeraars sinds enkele jaren alleen nog dialysezorg inkopen bij gecertificeerde centra. Dat is heel goed, het voorkomt dat zorgpiraten met een mooi verhaal oncontroleerbare zorg onder de prijs aanbieden. De certificering is nu helemaal ingeburgerd in Nederland. We horen vaak terug van de centra dat ze er weliswaar tijd in moeten steken, maar dat het hun veel oplevert. Dat de werkwijze van de PVC zo degelijk is, wekt ook vertrouwen. Daar komt bij dat de administratielast voor de visitatie minder is geworden sinds de papierwinkel geautomatiseerd is met het online systeem ADAS. Dit biedt ook mogelijkheden om meer gegevens te genereren uit de visitatie en dwarsverbanden te leggen met registratie en onderzoek. Nefrovisie werkt daar hard aan.”
Er is de laatste tijd nogal wat te doen geweest over de visitatiestellingen. Hoe zit dat?
“De visitatiestellingen moesten gemoderniseerd worden en dat is ook bijna gelukt binnen mijn voorzitterstermijn. Op één stelling na, die had betrekking op de volumenormen. Ergens in de negentiger jaren zijn er vrij willekeurig normen vastgesteld voor het minimum aantal HD- en PD-patiënten dat een centrum moest hebben om te kunnen functioneren. Als PVC vonden we al geruime tijd dat deze norm niet meer past bij de huidige praktijk. Maar hoe het dan wel moest, daar kwamen we niet uit. We hebben daarom advies gevraagd aan een onafhankelijke commissie onder leiding van Ad van Es. Dat advies is net gepubliceerd. Er staat onder andere in dat de volumenorm inderdaad niet meer van deze tijd is, die stelling zal dus aangepast moeten worden. In grote lijnen zal het erop neerkomen dat een klein centrum dat bijvoorbeeld maar vier PD-patiënten heeft, voortaan moet laten zien dat het in verbinding staat met een groter centrum. Dat ze samenwerken in opleiding en protocolontwikkeling, misschien ook personeel uitwisselen. Zo kan een klein centrum laten zien dat het zijn expertise op peil houdt. Mijn opvolger gaat dit advies nu uitwerken in de stellingen.”
Petten af
Wouter Fagel is de laatste jaren gewend geraakt om meerdere ‘petten’ te dragen. Naast zijn werk als internist-nefroloog in het Medisch Centrum Leeuwarden is hij ook voorzitter van de sectie Kwaliteit van NFN en bestuurslid van Nefrovisie. Beide functies legt hij neer in maart 2016. Fagel is blij met de fusie die heeft geleid tot Nefrovisie. “Er staat nu een heldere structuur met een aantal stevige en voor het veld herkenbare pijlers. Daar mogen we trots op zijn. Nu al vormt Nefrovisie een mooie trait-d’union tussen de verschillende partijen in het nefrologische veld. Die rol kan naar mijn mening nog verder uitgebouwd worden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan samenwerking richting het Kwaliteitsinstituut en de zorgverzekeraars en een betere afstemming met de Nierstichting. In die ontwikkeling kan ook de Beleidsadviesraad een prominente rol spelen. Nefrovisie kan het totale nefrologische veld overzien en is bij uitstek in de positie om plannen en afspraken die daar gemaakt worden te coördineren. Die rol wordt ons ook steeds meer gegund, is mijn indruk.”
De nefrologie staat aan de vooravond van een aantal interessante ontwikkelingen. Waarom op dit moment afscheid nemen?
“Ik ben nu 61 en ik weet niet hoe lang ik nog wil blijven werken. Omdat ik in die beslissing de handen vrij wil hebben, committeer ik mij niet nog drie jaar aan een nieuwe bestuurstermijn. Ik stop zeker niet omdat ik het niet meer leuk vind. Ik heb dit werk altijd met veel plezier gedaan en heb er zelf ook veel van opgestoken. Maar vooral het werk voor de PVC nam de laatste tijd wel erg veel tijd in beslag. Daarom komt er nu ook een vicevoorzitter. Marc ten Dam, nefroloog in het Canisius Ziekenhuis, gaat Stijn Konings ondersteunen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het mooie werk van de PVC met vernieuwend elan zal worden voortgezet.”
Zie voor meer uitleg over de werkwijze van de PVC: ‘Procedure certificering annex visitatie‘
Interview: Afke Hielkema – Ethiscript